Wat zijn Toggenburger geiten? (Toggenburger goat)

Het Toggenburger geitenras vindt zijn oorsprong in het Zwitserse Obertoggenburg. Dit geitenras is vanwege zijn uitstekende melkproductie naar diverse landen geëxporteerd. Door diverse kruisingen met andere geiten zijn er nieuwe soorten ontstaan, zo is in Nederland de Nederlandse Toggenburger geit ontstaan. De Toggenburger geitenhuid kent ruim 60 verschillende kleurschakelingen deze variëren van donkerbruin tot zeer lichtbruin. Hoe langer en vaker de Toggenburger geit in de zon staat hoe lichter de kleur wordt. De meest ideale kleur van deze geiten is chocoladebruin.
 

Wat zijn karakteristieken van de Toggenburger geiten?

De Nederlandse Toggenburger is een rustige geit en is compact gebouwd waarbij de nadruk ligt op de melkproductie. De Toggenburger heeft een uitzonderlijke kop, deze is vrij kort met een breed voorhoofd tevens is deze geit voorzien van een goed ontwikkelde kaak en een brede bek. Opvallend bij deze geit is "het masker", het masker is de witte aftekening op de kop en loopt van zijn snuit tot aan de stootknobbels. De oren zijn wit omrand.

Het Toggenburger geitenras kan met relatief weinig voedsel een grote hoeveelheid melk geven. Gemiddeld geeft de geit 3 liter melk per dag gedurende 300 dagen. De melk heeft een relatief laag botervetgehalte van 2 á 3%. De Toggenburgers zijn echte melkgeiten en door de uitstekende uiers van deze dieren is de melkbaarheid zeer goed.

Het gewicht van de Toggenburger varieert van 60 tot 80 kilogram. Zowel de geit als de bok hebben een schofthoogte van ± 70cm. Door het rustige karakter zijn deze dieren eenvoudig te houden, zowel in kleine als in grotere groepen.
 

De geschiedenis van de Toggenburger

In 1905 werden de eerste Toggenburger geiten door het Drents Landbouw Genootschap (DLG) geïmporteerd. Het DLG haalden toen drie bokken en een geit uit Zwitserland. Het doel van deze import was de kwaliteit verbeteren van de toen aanwezige Drentse landgeiten door middel van kruisingen. Er werd specifiek gekozen voor de Toggenburger omdat dit geitenras goed past en goed kan overleven op de arme Drentse gronden. In 1911 brak er een mond en klauwzeer epidemie uit niet veel later kwam daar ook nog de Eerste wereldoorlog bij. Sinds die tijd zijn er geen Toggenburgers meer geïmporteerd naar Nederland.

Rond het jaar 1930  waren de eigenschappen van de Toggenburger zo zuiver en stabiel dat er gesproken mocht worden over een nieuw geitenras genaamd de: Nederlandse Toggenburger. In 1938 werd er een rasstandaard aangenomen welke vandaag de dag nog steeds van kracht is.

Tot 1960 werden Toggenburger geiten voornamelijk gefokt in de provincie Drenthe. In de loop van de jaren is het dier verspreid door heel Nederland. In 2003 waren er ruim 4000 Nederlandse Toggenburger geiten geteld.