Wat is een Angorageit? (Angora goat)

Het Angorageitenras vindt zijn oorsprong in de Angora vallei op de Centraal Anatolische Hoogvlaktes in Turkije. Deze geiten staan wereldwijd bekend om hun mooie wol. De wol van deze geit staat ook wel bekend onder de naam mohair. Het woord mohair komt van het Arabische woord "mukhayyar". De geitenhuid komt in twee verschillende kleuren namelijk wit en zwart. De meeste Angorageiten zijn te vinden in Zuid-Afrika, Amerika, Australië en Canada.
 

Wat zijn karakteristieken van de Angorageiten?

Angorageiten zijn middelgroot en zijn tevens rustig daarbij laten ze zich gemakkelijk behandelen. Het is een nieuwsgierig geitenras dat weinig lawaai maakt en geen neigingen heeft om uit te breken.

Zowel de bokken als geiten zijn gehoornd. De bokken hebben achterwaartse gerichte hoorns met een lichte draai erin. De geiten hebben kleinere hoorns in vergelijking met een bok, de hoorns van een geit staan tevens achterwaarts gericht maar hebben geen krul.

Een Angorageiten bok weegt tussen de 30 á 50 kilogram. En de geiten wegen tussen de 25 á 40 kilogram. De bokken hebben als voordeel dat ze niet stinken, alleen in het dekseizoen. De drachtsduur van een geit is ongeveer 150 dagen, dit kan soms wat korter zijn maar soms ook wat langer. De geiten lammeren daarbij goed zelf af.  De lammeren vinden het leuk om te klimmen, volwassen geiten klimmen minder vaak dan de lammeren.

De eerste geschoren vacht bij een lam heet "Kid-mohair". Dit is zeer fijne en mooie wol. Per maand groeit de vacht ongeveer 2 cm. Twee keer per jaar worden de geiten geschoren. Een volwassen bok levert dan ongeveer 4 kilogram aan wol een geit ongeveer 3 kilogram en een Angora lam 1,5 kilogram. De wol kan voor vele doeleinde gebruikt worden. Zo wordt mohair o.a. gebruikt in kleding zoals sjaals, hoeden, pakken, truien, jassen en in sokken. Maar de wol wordt ook gebruikt voor verschillende woninginrichtingen denk hierbij dan aan tapijten, muurstoffen en ambachtelijke garen.
 

De geschiedenis van de Angorageit

Al ver voor Cristus liepen er Angora geiten rond. In het jaar 2500 v. Chr zijn bij de stad Ur in Iraq mozaëeken gevonden waarop geiten stonden afgebeeld met vachten en hoorns die sprekend op de Angorageit lijken. In de 13e eeuw na Cristus (jaar 1201 tot 1300) werden er diverse geiten door de Turkse invasies meegenomen naar Angora, Klein-Azië. De eerste Angorageiten werden geïmporteerd naar Nederland in het jaar 1541 door Karel V. In de 19e eeuw (1801 tot 1900) werden de geiten vooral getransporteerd naar Amerika, Canada, Argentinië en Nieuw-Zeeland. Door de toenemende vraag naar mohair werden sommige Angorageiten gekruist met andere rassen. Door die kruisingen liep echter het zuivere Angora ras steeds meer terug. Wereldwijd zijn er ongeveer 7 miljoen Angorageiten te vinden de meeste daarvan zijn te vinden in Zuid-Afrika, Amerika, Australië en Canada.